Met deze regeling stelt het CvTE een examenprotocol vast waarin de gang van zaken bij centrale examinering in het mbo is vastgelegd. Hieronder worden begrepen: te nemen maatregelen bij onregelmatigheden begaan door deelnemers, het bewaren van het gemaakte examenwerk en de wijze waarop belanghebbenden kunnen kennis nemen van de beoordeling daarvan.
In het examenprotocol wordt een aantal randvoorwaarden beschreven die de Examencommissie in acht dient te nemen bij de organisatie van de centrale examinering. Deze richtlijnen dienen ervoor dat de afnamecondities voor de deelnemers gelijk zijn. In het protocol worden de volgende aspecten beschreven:
- De verschillende rollen of functies van betrokkenen bij de examinering
- Geheimhoudingszaken
- Handelwijze voorafgaand aan de afname
- Deelname aan het examen
- Handelwijze bij onregelmatigheden en fraude en de rol van de Inspectie van het Onderwijs
- Proces-verbaal
- Handelwijze bij te laat komen, afwezigheid en onwel worden
- Bewaren van gemaakt examenwerk, inzage en beroep
NB
- Op 18 april 2016 is de Wijziging van de Regeling examenprotocol centrale examinering mbo 2015 (CvTE-16.00765) van het CvTE vastgesteld.
- Op 18 april 2017 is de Wijziging van de Regeling examenprotocol centrale examinering mbo 2015 (CvTE-17.00738) van het CvTE vastgesteld.
- Op 15 april 2019 is de Wijziging van de Regeling examenprotocol centrale examinering mbo 2015 in verband met het inzagerecht voor gemaakte centrale examens (CvTE-19.00549) van het CvTE vastgesteld.